Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [33]Ik zag [verder] in de gezichten mijns hoofds, op mijn leger; en ziet, [34]een wachter, namelijk [35]een heilige, [36]kwam af van den hemel, 33. Chaldeeuws, ik was ziende, alzo ook vs.10. 34. Aldus noemt hij den engel, die hem verschenen is. De engelen worden daarom wachters of wakers genoemd, omdat zij met geen slaap bevangen worden, gelijk wel de mensen, die met vlees en bloed beladen zijn. II. Omdat zij zonder opgehouden altoos op den dienst van God en de bewaring zijner kinderen passen; ten welken aanzien hun vele ogen worden toegeschreven, Ezech.1:. Zie Ps.91:11, en Ps.103:20. 35. Dit wordt hier bijgevoegd tot onderscheiding van de kwade engelen. 36. Te weten van God gezonden zijnde.